Boeren doen het goed binnen het Markemodel
Op vrijdag 22 maart kwamen in de Achterhoek voor de voortgangsdialoog van het Markemodel Boerenraad en Markeraad (Provincie Gelderland, Waterschap Rijn en IJssel, FrieslandCampina en Rabobank) bij elkaar. Bij de Radstake in Varsseveld kwamen ze bijeen om de resultaten te bespreken van de doelen van 2023, maar vooral ook met elkaar te kijken naar hoe het Markemodel nog beter kan.
4 april 2024
Boeren in de huidige tijd zijn met handen en voeten gebonden aan beleid. Ze hebben in hun bedrijfsvoering steeds vaker last van het feit dat hen wordt verteld hoe ze moeten boeren. Het beleid stuurt bij de uitvoering onvoldoende op doelen. Een dialoog ontbreekt, er is geen gesprek, maar daarentegen een top-down benadering met betrekking tot regelgeving en veel geboden en verboden. Het Markemodel is een aanpak waarbij boeren en sturende partijen samen tot een regionale, integrale set kwaliteitsdoelen en de bijbehorende beloningen komen voor een toekomstbestendige landbouw. Sinds 2022 werken 35 boeren in ’t Klooster bij Zelhem en in Winterswijk aan hun doelen vanuit hun Bedrijfsontwikkelplan binnen het Markemodel. De voortgangsdialoog is bedoeld om resultaten te delen, het functioneren van het Markemodel te bespreken en de mogelijkheden voor opschalen te bekijken.
Boeren doen het goed
De resultaten van de doelen voor 2023, vastgelegd in KPI’s (KPI staat voor Kritische Prestatie Indicator), zijn verzameld op bedrijfsniveau. Alle resultaten bij elkaar opgeteld geven zo ook een beeld op regioniveau. Uit de resultaten blijkt dat de boeren bovengemiddeld presteren. De boeren lopen voor op de streefwaarden. Een aantal zit al op de doelen van 2025. Wat biodivers areaal en groenblauwe dooradering betreft zelfs al op de doelen van 2030. In ’t Klooster was de gemiddelde score 3,74 en in Winterswijk 3,82 op een schaal tussen de 1 en 5, waarbij de score 3 staat voor de doelstelling in dat jaar. De resultaten in 2023 waren iets beter dan 2022. Het weer heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld, maar ook als we de resultaten van 2022 en 2023 middelen, zien we dat de resultaten bovengemiddeld zijn: 2022 was een droog en 2023 een nat jaar, waardoor er veel vooruitgang is geboekt op de KPI’s die sturen op waterkwaliteit. Ook blijkt dat als boeren aan de pilot meedoen ze, meer dan gemiddeld, maatregelen uitvoeren die bijdragen aan doelen en dat doelsturing werkt. Op basis van deze scores worden de boeren beloond voor hun bijdrage aan het halen van de regiodoelen. Er is een bedrag van ruim vier ton beschikbaar voor belonen over twee jaar. Tijdens de dialoog brachten de boeren in dat, naast een financiële vergoeding, juist ook meer beleidsruimte een hogere beloningswaarde voor hen heeft, bijvoorbeeld in de vergunningensfeer of in mestruimte. Ook waardering en het sociale leerproces tussen de boeren onderling zijn van belang. Maar de prikkel om iets te doen hangt wel samen met financiën, met name meer continuïteit over een langere termijn. Om het Markemodel te laten werken, is het belangrijk dat er handelingsperspectief is voor de deelnemende bedrijven. Met andere woorden: de gereedschapskist moet wel bruikbare maatregelen bevatten. In 2024 worden de drempelwaarden weer iets hoger, op weg naar de doelstellingen in 2030 die bij aanvang van deze GLB-pilot overeengekomen zijn.
Nog werk aan de winkel
Deze voortgangsdialoog is een vervolg op eerdere dialogen en maakt onderdeel uit van het leerproces dat bij het Markemodel hoort. De dialogen zijn jaarlijks nodig voor gebiedspecifieke doelsturing en om te evalueren, waar nodig bij te stellen en vooruit te kijken. Er is nog werk aan de winkel. ‘Ook nu is er geïnventariseerd welke vragen er leven bij beide partijen’, vertelt projectleider IJsbrand Snoeij. ‘Het is nodig om daar met elkaar open en transparant over te zijn. De kern van de dialogen is niet dat je in een sfeer van onderhandeling terecht komt met elkaar. In de dialogen brengt ieder vanuit legitieme deelbelangen ervaringen en punten in. Open, transparant en vanuit een gelijkwaardige rol vindt de dialoog een weg naar gezamenlijke belangen en conclusies. Daar komt soms ook emotie bij kijken, maar het mooie is dat je elkaar kunt aanspreken en dat je informatie, vragen of opmerkingen kunt adresseren. Alleen in een sfeer van samenwerking kun je goed van elkaar leren. Het is van belang verder te werken aan vertrouwen en uitwisseling van informatie. Zo gaat het Waterschap bij Vragender/Lievelde een kwaliteitsnetwerk opzetten om de waterkwaliteit te meten. Op basis van meetresultaten kun je beter je doelen stellen en monitoren of doelsturing werkt. Daarnaast gaan we ook verkennen hoe we het Markemodel kunnen integreren in gebiedsprocessen. Het gaat dan om langjarige processen. Vanuit het Markemodel werken we ook samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan een systematiek van Kritieke Prestatie Indicatoren voor de beoordeling van prestaties van kringlooplandbouw (KPI-k). Doel is om te komen tot een uniforme manier van (netwerk)sturing voor een toekomstbestendige landbouw. We hebben nog genoeg te doen.’